Het werkproces crisiscommunicatie voorziet grosso modo in vijf rollen die samen zorgen voor een effectieve communicatie. Op die manier zet je communicatie. In als een strategisch middel om een crisis of noodsituatie te beheren.

Strategie

Als strateeg neem je deel aan het crisisoverleg. Je informeert er over de informatie die je vanuit de communicatiecel en de (sociale) media-analyse over de noodsituatie hebt verzameld. In combinatie met de informatie van de andere partners geef je strategisch communicatie-advies. Je rapporteert ook over de uitgevoerde communicatieacties.

Teamwork

Een goede samenwerking tussen de strateeg in het crisisoverleg en de andere medewerkers in het communicatieteam is essentieel. Als teamleader ben je de verbindingsfiguur tussen al die rollen. Je zorgt ervoor dat de rollen goed verdeeld worden. Je houdt daarbij rekening met wie op het moment van de noodsituatie beschikbaar is en met hun competenties.

Redactie

In de redactie zorg je voor de opmaak van alle teksten die tijdens een noodsituatie worden verspreid. Je schrijft persberichten en je zorgt voor de actualisering van de website en de eigen socialemediakanalen.

Woordvoering

De woordvoerder staat de pers te woord. Dit vereist een specifieke voorbereiding, een mediatraining. Je moet heel snel in staat zijn om beslissingen te nemen over de informatie die je geeft en over hoe je die verwoordt. Hoe je iets zegt is even belangrijk als wat je zegt.

Afhankelijk van de omstandigheden en de aard van de boodschap kan het aangewezen zijn dat een beleidsverantwoordelijke of iemand van de hulpdiensten de rol opneemt.

Analyse

Als analyst breng je naar binnen, wat buiten de crisiscel leeft en welke de perceptie van de noodsituatie bij getroffenen en ooggetuigen is en hoe de publieke opinie evolueert.

Dit doe je door het monitoren van de media en socialemediakanalen. Je stelt regelmatig een analyseverslag op voor de strateeg. Je gaat ook na of eerdere communicatieacties het verwachte effect hadden.